vrijdag 28 maart 2014

Leuke Actie, daar kent het Nederlandse Basketball er te weinig van...'Basketmob zestigjarig Rotterdam Basketbal op CS' (Fons Simons op 'Dichtbij')

We, als Nederlands Basketball, blinken er niet in uit onszelf buiten de de zalen, voor het grote publiek dat ons (nog) niet kent, te manifesteren. Daarom hulde voor RoBa dat een mooie stunt bedacht om haar jubileumjaar (60e!) van start te laten gaan..!

REGIO RoBa Club | 16 maart 2014 | Door fonsmm, dichtbij-meeschrijver
Vincent Krieger voert de basketmob aan. De flashmob van de basketballers trok veel aandacht. (Foto: Fons M.M. Fotografie)
zoom out

ROTTERDAM - De viering van het zestigjarige jubileum van Rotterdam Basketbal is zaterdag op spetterende wijze begonnen. Een basketmob trok de aandacht van duizenden mensen op het nieuwe Centraal Station in Rotterdam.

Onder leiding van basketballegende Vincent Krieger schoten rond de klok van elf uur meer dan honderdvijftig basketballers uit alle hoeken van het pas geopende Centraal Station in Rotterdam. Spelers van de U10, maar ook de basketballers van het eredivisieteam.

Met handgeklap begeleid door ritmisch stuitende basketballen werd de aandacht getrokken van de duizenden mensen, die zaterdagmorgen, vaak voor het eerst, het reusachtige Centraal Station bezochten: een groene zee van jubileumshirts met het rugnummer 60.

Een dribble-battle tussen de allerjongsten en de senioren van heren 1 en 2 zorgde voor veel applaus. Een ware ovatie klonk na de ultra korte demonstratie van Vincent Krieger, ook bekend als Vinrock. Hij liet horen, dat je ook met twee basketballen muziek kunt maken.

Even snel als ze gekomen waren verdwenen de basketballers weer uit de hal. De mededelingen van de omroepster waren weer gewoon te horen. De viering van het zestigjarige bestaan van Rotterdams oudst nog bestaande basketbalclub was op spectaculaire wijze begonnen.

Natuurlijk waren de fotografen aanwezig:
Kijk op Luka de Kruijf Photography. of Fons M.M. Fotografie.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op: 16 maart 2014

woensdag 26 maart 2014

De 'Uncle Drew Saga'; Pepsi Max, Kyrie Irving, Nate Robbinsson, Bill Russell & Kevin Love e.o.

Premiere:


Deel-2:


Deel-3:


Deel-4:


Deel-5:
??

'Uncle Drew' gaat ook een leven leiden buiten de Pepsi-Saga,
hij wordt 'serieus geinterviewd,
door Stephen A. Smith (ESPN):


door ??


Natuurlijk zijn er ook Parodieën, Klonen en Copy-cats, zoals deze:


En deze"
??




dinsdag 25 maart 2014

Ali B. komt weer op stoom: een nieuwe 'Mocro Flavour' n.a.v. Wilders, en Ali B. en de veerig Wensen

Onze Nationale Bruggenbouwer Ali B. nadert weer zijn TV-seizoen.
Dan komt Wilders ook nog eens met zijn imbeciele en kwetsende geschreeuw,
dus kwam er een nieuwe versie van 'Mocro Flavour' (bij Giel):


De oude versie:



Hij kon het in een moeite meenemen met zijn rondje publiciteit voor een heel nieuw programma, helaas geen Ali B#ovt meer dus,
maar het wordt ongetwijfeld weer iets moois! Hij zat bij DWDD:




Dit clipje van zijn theater-show haalde ook ruimschoots de buis:
‘Willen jullie meer of minder Wilders?’

De 32-jarige Ali B reageerde vorige week bij zijn theatershow ook al de op de uitspraken van Wilders. “Willen jullie hier in Valkenswaard en in de rest van Nederland meer of minder Wilders?”, vroeg hij zijn publiek:


Ali werd ook geinterviewd en deed daar de onthulling dat niet alles 'Goud werd' wat hij aanraakte, hij ging zelfs bijna failliet...


Meer Ali B. via NRC.nl:

Ali B.
Ali Bouali

Cashmere Wright (GasTerra Flames): een Leven ver van Huis is niet eenvoudig....

...zeker niet voor een jonge Amerikaanse Basketballer;

Jacob Bergsma schreef, ter begeleiding van het onderstaande item van het Groningse Oog TV, luidt als volgt:

“De heimwee voorbij is Cashmere Wright van GasTerra Flames uitgegroeid tot een van de betere spelers in de Dutch Basketball League. En dus maakte het Groningse OOG Tv een tamelijk nietszeggend portret van Wright, waarin de de belangrijkste uitspraak van de Amerikaanse spelverdeler zo ongeveer is dat de temperatuur in Groningen (‘Grunn’) hem wel aanstaat. “Savannah was hot, Cincinatti was cold. En hier is het er precies tussenin.”




Wright is een jonge Amerikaanse basketballer, net van college. Het is eenvoudig te denken dat zo'n speler, na vier jaar studie op een Top-basketball-school, na vier jaar op hoog niveau trainen en spelen, na heel veel reizen (in Amerika, dat is) 'volwassen' is. De praktijk leert dat dit nu juist heel vaak niet het geval is, en zeker niet 'klaar voor het harde bestaan als prof-basketballer in Europa, en het wordt al helemaal moeilijk als zo'n jongen vriendin en kind aan de andere kant van de 'Grote Plas' achtergebleven zijn.

Moraal van het verhaal: ditzelfde effect speelt natuurlijk ook voor jonge Nederlanders die hun heil elders zoeken. Een goede voorbereiding, weten wat je wilt, en wat je te wachten staat, dat soort zaken helpen, zijn eigenlijk onontbeerlijk..!




maandag 24 maart 2014

Echt waar...volgens... (Obama in het Rijks Museum 2014)

...Yves van Gelre

Onder de handtekening van Rembrandt op de Nachtwacht, kraste Barack ‘Obama was here’. Machteloos door de secret service keken Rutte, van der Laan en Pijbes perplex, maar toen beseften ze dat het schilderij opeens nog meer in waarde was toegenomen… . Ga dat zien! Het is echt waar!

by Yves van Gelre (NRC.nl)

Obama scratched "Obama was Here" beneath Rembrand's signature on 'the Nightwatch/de Nachtwacht'. Because of the presence of so many secret service personnal, Rutte, van der Laan and Pijbes could only watch without being able to prevent Obama from doing so...but thann they realized the Painting's value had only increased... Go and see it for yourself! It's the truth!

zondag 23 maart 2014

Leren van Elkaar; Duitsland vs. Nederland (column op iBasketball.nl)

Het is, en zal vrees ik nog lang blijven, een stokpaardje van me; de rol van de Media ten opzichte van het Basketball in Nederland.

De situatie nu? Sport1 zorgt ervoor dat we veel, op alle relevante niveaus van Top-Basketball -behalve de Nederlandse Competitie-, meer Basketball (NBA, NCAA, EuroLeague, EK's/WK's, zelfs wat interlands van de Nederlandse Mannen) kunnen zien dan ooit tevoren. Dat is fantastisch!

Er zijn wel kanttekeningen bij te maken. Ik zal me beperken tot deze: alleen Basketball-Diehearts zullen er speciaal een abonnement op Sport1 voor nemen. Van alle andere mensen, dus de promotioneel interessante groepen, zullen alleen de volslagen sport-idioten ook (wat) basketball meepikken. Dan hebben we het, vrees ik, over de wat oudere, mannelijke sportkijkers... Dus promotioneel kan Sport1 bijna niets betekenen voor de basketball-sport. Die rol kan eigenlijk alleen worden ingevuld door ons Nationale Sport Instituut 'de NOS', misschien als alternatief zou het kunnen door een commerciële zender – maar dat is puur hypothetisch – , en door de landelijke en regionale kranten. Alleen de laatsten doen dat waarschijnlijk in min of meerdere mate.

Ik het het al vaak geschreven: de NOS zou er, ook uit strategisch eigenbelang, goed aan doen het Basketball serieus op te pakken. Maar dat gebeurt niet, nauwelijks iemand is het met mij eens, en nu de NOS voor nog eens drie jaar de 'Bord op schoot, samenvattingsrechten van het voetbal in de Nederlandse Eredivisie' heeft kunnen kopen zal dat ook niet veranderen, vrees ik. Dat is jammer, naar mijn mening ook voor de NOS zelf, maar zeker voor 'ons Basketball'.

Natuurlijk kan iedereen weer in mijn nek springen, en zeggen dat ik het verkeerd zie, dat het aan 'de NBB' ligt, of weet ik wat al niet meer...het zij dan maar zo...

Maar het kan ook anders!

Ik houd ervan over grenzen te kijken; “Hoe doen ze het elders? In andere sporten, in andere landen?”

Aangezien ik diep in mijn hart toch zeker ook schaatser ben gebleven, ook al kan ik het al bijna 25 jaar nauwelijks meer zelf doen, en kost Basketball me al bijna 40 jaar veel meer tijd dan schaatsen ooit heeft gedaan; iets waar je als 4-jarige mee word besmet, en waar je de dag van je leven mee hebt beleefd (de Elfstedentocht van 1986), verdwijnt nooit meer uit je haarvaten, dat leeft in je, van je kruin tot je tenen.

Het schaatsen, en zeker de All-Round-discipline, heeft het moeilijk, ondanks de stortvloed aan Nederlands Eremetaal uit Sotsji, of misschien wel juist daardoor! Andere landen doen namelijk steeds minder mee. Dat dit een selectie-criterium is voor NOC*NSF om geld te fourneren aan een sportbond – minder concurrentie betekent namelijk meer kans op 'een medaille', dondert niet waarin, als'ie maar meetelt voor de 'Top-10-ambitie; een idiote manier van denken! – is wrang. Want een sport die door steeds minder, in plaats van steeds meer landen wordt beoefend, betekent dat het een afstervende sport is. Dus moet er op schaatsgebied echt wat gaan gebeuren. Ik denk daar al vele jaren over na, en schreef er juist gisteren een stukje over (het staat op mijn weblog).

In dat stukje, dat ik dus gisteren schreef, blijkt vandaag al iets niet te kloppen; ik nam namelijk aan dat er in geen enkel buitenland nog een minuut aandacht zou bestaan voor het dit weekend verreden WK All Round in Thialf, Nederland.

Dat blijkt dus niet te kloppen; de Duitse Publieke TV blijkt namelijk met (bijna) groter dan ooit materieel uitgetrokken om het WK te verslaan. Een WK waaraan geen Duitser meedoet! En dat is dus precies de reden om zo groot uit te pakken; ze zien het als een noodsituatie, er moet iets gebeuren om het Duitse schaatsen van de ondergang te redden!

Precies de omgekeerde redenatie dan die in Nederland opgeld doet, en die mij door velen als idioot doet kenschetsen.

De Duitse TV neem haar verantwoordelijkheid: een grote, belangrijke sport moet naar een hoger plan worden getrokken. En dan doet men dat. Daar kunnen we in Nederland dus wat van leren...

Discussie? Graag!

AART DEKKER

Facinerende foto van NASA

Pijlsnelle ster Kappa maakt boeggolf van botsende deeltjes
NASA

NRC Wetenschap 1 maart 2014 George Beekman

De ster in het midden van deze foto heet Kappa. Hij staat in het sterrenbeeld Cassiopeia en is al met het blote oog te zien. Het lijkt alsof iemand de ster met een zwierige, rode streep heeft willen accentueren. In werkelijkheid doet de ster dat zelf. De boog is de schok- of boeggolf die ontstaat doordat Kappa met grote snelheid door de ruimte beweegt. De opname werd afgelopen week door de NASA vrijgegeven.

Kappa Cassiopeiae is een heel grote en hete ster op een afstand van vierduizend lichtjaar. Hij wordt net als onze zon omringd door een onzichtbaar magnetisch veld en een wolk van elektrisch geladen deeltjes die hij in alle richtingen uitzendt. Maar terwijl de zon met een vaartje van twintig kilometer per seconde door de ruimte sukkelt, doet Kappa dat met 1.100 kilometer per seconde.

De rode boog verraadt waar de omhullende cocon van Kappa tegen het ijle, onzichtbare gas en stof in de ruimte tussen de sterren botst. De materie wordt daar samengedrukt, verwarmd en zichtbaar gemaakt, in dit geval op een opname van de infraroodsatelliet Spitzer.

De boeggolf ligt op een afstand van vier lichtjaar vóór de ster – een afstand vergelijkbaar met die tussen de zon en de meest nabije ster, Proxima Centauri. Dat geeft aan hoe groot de invloedssfeer van deze superreus is.

De zwakkere, groene vlekken zijn stofwolken die door het krachtige licht van Kappa worden beschenen. En de rechte, rode filamenten die door de boeggolf heen lopen, hangen waarschijnlijk samen met het grootschalige magnetische veld van het melkwegstelsel. Zo maakt Kappa het onzichtbare zichtbaar.

George Beekman




Het uitgestorte hart van een voorbije sterexplosie
[afbeelding] Combinatie van opnamen van de supernovarest Cassiopeia A, gemaakt in verschillende golflengtegebieden. De explosiewolk heeft nu een diameter van ongeveer tien lichtjaar.

George Beekman | pagina 8 - 9

Als een zware ster aan het einde van zijn leven explodeert, vormt zich daaruit een bolvormige gaswolk die gelijkmatig in alle richtingen uitdijt. Maar het begin van zo’n sterexplosie, een supernova, is helemaal niet zo gelijkmatig, zo blijkt uit waarnemingen van de Amerikaanse röntgensatelliet NuSTAR. Die heeft voor het eerst de sporen waargenomen van materiaal dat ooit in het hart van een exploderende ster zat. En in dat hart, op zo’n 11.000 lichtjaar van de aarde, bleek het er wild aan toe te gaan (Nature, 20 februari).

NuSTAR nam in totaal 14 uur Cassiopeia A waar, het overblijfsel van een ster die in het jaar 1671 explodeerde. In de kern van deze ster was toen geen kernfusie meer mogelijk, waardoor die onder invloed van zijn eigen gewicht instortte tot een 20 kilometer grote bol van neutronen. Daarbij kwam zoveel energie vrij dat de rest van de ster, die ook bezig was in elkaar te storten, de ruimte in werd geslingerd. Sindsdien is deze explosiewolk uitgedijd tot zijn huidige diameter van tien lichtjaar.

Brian Grefenstette en collega’s hebben uit de NuSTAR-waarnemingen de verdeling van titanium-44 in deze explosiewolk afgeleid. Titanium-44 is een radioactief isotoop dat tijdens de explosie vlak boven het oppervlak van de neutronenster ontstond. Dit isotoop blijkt lang niet zo gelijkmatig in de huidige supernovawolk te zijn verdeeld als de rest van het gas. De verdeling is klonterig en dat wijst er op dat de situatie boven de neutronenster tijdens de explosie zeer instabiel en turbulent was. Er ontstonden een soort convectiecellen die razendsnel – als gevolg van de extreem sterke zwaartekracht – op en neer trilden.

Deze zogeheten convectieve instabiliteiten in het hart van een exploderende ster waren al voorspeld op grond van computersimulaties, maar de sporen ervan konden toen nog niet worden waargenomen. Astronomen denken nu dat de energie van dit instabiliteitsgebied rond de neutronenster het – nog niet goed begrepen – proces van de sterexplosie zou kunnen versterken. De meeste computersimulaties lijken er zelfs op te wijzen dat de turbulenties de meeste energie leveren om een zware ster überhaupt te kunnen laten exploderen. De energie van alleen de inklappende kern is daarvoor misschien niet voldoende.

George Beekman

vrijdag 21 maart 2014

March Madness has started, da's mooi! Waarom?

Kijk hier: March Madness van USA-Today

Een Oplossing van het Probleem (Gekke) Geert Wilders

Minder Wilders in de Politiek in Nederland en daarbuiten,
Minder PVV in Den Haag, Nederland en EUropa,
en veel MINDER Media-aandacht en Persoonsbeveiliging op Onze Kosten voor 'Gekke Geert';

(o.a.) door invoering van een een CODE; iedere keer als 'Gekke Geert' zich weer eens verbaal te buiten gaat met discriminerende, haat zaaiende of zelfs racistische gekkenpraat ten nadele van individuen en/of groepen, of als hij weer eens met idiote of onuitvoerbare voorstellen komt,
dan moet iedere zichzelf respecterende politicus, journalist, of andere persoon die erbij betrokken wordt (of dreigt te worden), de CODE-woorden:

“Ach, het is 'Gekke Geert' maar – hij is niet beter – , maar als u niet anders voor mij hebt, dan ga ik nu weer verder met belangrijker werk!”

uitspreken, zichzelf afwenden, en verdergaan met wat zij/hij aan het doen was, zonder nog een woord aan 'Gekke Geert' vuil te maken. Dit onder het motto: 'Negeer(t) Geert!'
M.i. De snelste weg naar een oplossing voor alle problemen waarmee wij allen door deze mafkees en zijn hardcore aanhang worden geconfronteerd...


Update: Gelukkig zijn er meer mensen die pleiten voor mijn oplossing:

Van Trouw.nl, gelezen op 21 maart 2014:

Isoleer Geert Wilders, maar doe dat samen
Ton Planken − 20/03/14, 14:32
© anp. Mediamakers, het is geen nieuws als Wilders weer van een paar zinsnedes bevalt!

opinie TON PLANKEN Geert Wilders weet met onaanvaardbare kreten kiezers te paaien. Maar macht heeft hij niet, stelt Ton Planken. Behandel hem daar dan ook naar.

Wilders heeft géén regeringsmacht, noch grip op het beleid, zoals andere oppositiepartijen die wel hebben

En weer is het Wilders gelukt: een onaanvaardbare kreet de wereld in gooien en, ongetwijfeld tevreden toezien hoe goedwillende landgenoten in soms overspannen bewoordingen ('Hitler') reageren.

PvdA-leider Samsom ging zelfs de minister-president te lijf, omdat die niet fel genoeg zou hebben gereageerd op Wilders' behoefte Marokkanen het land uit te gooien. Alsof dát helpt.

Waarom gunnen we Wilders toch elke keer weer de vloer ? Met electorale gevolgen. Dat kan anders. Er zijn verscheidene methoden om Wilders' invloed flink af te zwakken.

Geen nieuwswaarde
Gewoon negeren bijvoorbeeld. Dus niet reageren op wat hij ook roept, en wáár hij het ook maar roept: in Kamerdebatten, in tv-debatten, op campagnes, in persconferenties, op Twitter. Laat maar schreeuwen. Als het daarna meteen platvalt omdat niemand reageert, is het beoogde effect al voor een deel weg.

Heus, beste mediamakers, het ís geen nieuws als Wilders weer van een paar zinsnedes bevalt. Hij heeft géén regeringsmacht, noch grip op het beleid, zoals andere oppositiepartijen die wel hebben. Hij heeft geen medestanders in het parlement; hij kan niet eens iets blokkeren. Zelfs in zijn fractie willen ze wel anders: één PVV'er is al weggelopen.

Wilders is dus geen politieke factor van belang. Ken hem dan ook geen gewicht toe en laat die persconferenties van hem maar lopen. Ook als je bang bent dat andere media wel gaan. Je hóeft hem ook niet uit te nodigen voor een tv-debat, hoor. Je hoeft ook niet beledigde allochtonen voor de microfoon te noden om te reageren. Zelfs een kwetsende rapper niet. Dat geeft alleen maar ruis, en speelt Wilders in de kaart.

Een vergelijkbare redenering geldt alle politici die zich nu nog verplicht voelen te reageren als Wilders wederom individuen of groepen op de ziel heeft getrapt. Geachte ministers Rutte, Asscher, Timmermans, fractieleiders Pechtold en Samsom: bespaart u zich liever de moeite.

Vorm voor die situaties in de Tweede Kamer zoveel mogelijk één front tegen Wilders en diens onaanvaardbare gedrag

Eén front
'Ja maar, die kiezers dan? In de peilingen is de PVV nota bene de grootste partij!'

Zeker, nu nog wel, maar u gelooft toch niet dat als u Wilders een kakofonie van verketteringen toedient, dat kiezers bij hem weghoudt?

En heel andere, tegengestelde, oplossingsrichting is om telkenmale wél te reageren als Polen, Marokkanen of andere bevolkingsgroepen weer eens worden geschoffeerd en weggezet.

Maar doe dat dan gezamenlijk. Vorm voor die situaties in de Tweede Kamer zoveel mogelijk één front tegen Wilders en diens onaanvaardbare gedrag. Dat moet haalbaar zijn, nu we al een gedoogcoalitie hebben van VVD, PvdA, D66, CU en SGP. Ook GroenLinks, de SP, de Partij voor de Dieren en 50Plus zullen zich voor deze reacties wel willen aansluiten.

En laat dan bij toerbeurt telkens maar één persoon namens dat totale front reageren. Waardig, weloverwogen, met argumenten, in taal die de potentiële PVV-aanhang kan bevatten. Bewindspersonen kunnen volstaan met verwijzen naar die gezamenlijke verklaring. Ook nuttig voor ons imago in het buitenland.

Voedingsbodem wegnemen
De gedeelde afkeer van Wilders' uitlatingen bij al die partijen móet een vorm krijgen, een vorm die kiezers verrast en doet beseffen dat de man he-le-maal niets voor hen klaarmaakt. Hamer dát er dan in.

De derde en meest vruchtbare lijn, zeker in combinatie met de vorige, zou kunnen zijn: zoveel mogelijk de voedingsbodem wegnemen die kiezers ertoe brengt Wilders te steunen. Politici kunnen beginnen met onafgebroken aangeven dat de problemen en fenomenen die tot afkeer van de politiek of gebrek aan vertrouwen leiden, niet alleen zullen worden benoemd, maar dat er ook aantoonbaar effectief aan wordt gewerkt.

Maak ook duidelijk bij welke onderwerpen directe inspraak van burgers kan en zal worden georganiseerd. Het aantal te bouwen huurwoningen in je stad of wijk bijvoorbeeld, of het aantal koopzondagen, de hoeveelheid blauw in jouw buurt, de thuiszorg.... Zodat burgers nooit meer kunnen zeggen: 'Ze luisteren tóch niet naar ons'.

Ton Planken: communicatieadviseur, voormalig parlementair redacteur NOS. Planken was lid van de commissie-Meijerink, die voor de rechtbank Amsterdam de tv-verslaggeving van het eerste proces-Wilders evalueerde.

dinsdag 18 maart 2014

Open Brief Emile Roemer (SP)

Beste <>,

Emile RoemerMorgen is de dag waarop u de macht hebt. Het is de dag waarop u bepaalt hoe we verder gaan met ons mooie, rijke land. Gaan we door op de liberale weg, of gaan we bouwen aan een sociaal Nederland.

Tijdens de campagne heb ik veel steden en dorpen bezocht en veel mensen gesproken. Mijn conclusie is dat veel mensen snakken naar nieuwe hoop en nieuw vertrouwen in de toekomst.

Al die gesprekken hebben me gesterkt in de opvatting dat we moeten stoppen met de afbraak van de publieke sector, van de zorg, het onderwijs, van onze beschaving.

Morgen kunnen we een begin maken met de ommezwaai. Daarvoor is uw steun onontbeerlijk. Zonder uw vertrouwen én stem kunnen we niet verder. Een sterke SP is de beste garantie voor een sociale gemeente en een sociaal land.

Laten we er morgen een mooie dag van maken met een uitslag waar we allemaal trots op kunnen zijn en waar uw gemeente en Nederland wel bij varen.

Emile Roemer

donderdag 13 maart 2014

Het ongelofelijke Verhaal van Alex Owumi, Basketballer in Bengazi voor het team van Gaddafi

Professionele basketballers zijn nogal eens nomaden, eenmaal weg van huis volgt de ene onverwachte tussenstop de andere op. Zo herinner ik dat een van mijn teamgenoten uit de jeugd van Frisol/R Dordrecht, Raymond Bottse, ooit ergens in Syrië terecht kwam als coach - nu ondenkbaar - , en daarvoor had hij er ook al een flinke reis opzitten... Ach, iedere basketballer kent zo vele voorbeelden. Maar het onderstaande verhaal gaat stukken verder dan dat!

Alex Owumi: I played basketball for Gaddafi
BBC Magazine, 6 February 2014

Alex Owumi in Worcester January 2014

When US basketball player Alex Owumi signed a contract to play for a team in Benghazi, Libya, he had no idea that his employer was the the most feared man in the country. Nor did he guess the country was about to descend into war. Here he tells his story, parts of which some readers may find distressing.

It was a beautiful flat. Everything was state of the art and it was spacious, too. It had two big living rooms, three big bedrooms, flat screens everywhere. The couches had gold trim and were so big and heavy they were impossible to move. The door to the apartment was reinforced steel, like on a bank vault.

It was 27 December 2010 and I had just arrived in Benghazi, Libya's second biggest city, to play basketball for a team called Al-Nasr Benghazi. I had stayed in some nice places playing for teams in Europe, but this seventh-floor apartment in the middle of town was something else. It was like the Taj Mahal.

I didn't immediately notice the photographs dotted around the place - of Libyan leader Col Muammar Gaddafi and his grandchildren.

When I did, I phoned the team president - we called him Mr Ahmed - and he told me how it was. "The apartment belongs to Mutassim Gaddafi, the Colonel's son," he said. "Al-Nasr is the Gaddafi club. You are playing for the Gaddafi family."

Gaddafi! When I was a young kid growing up in Africa - I was born in Nigeria - Gaddafi was someone we all looked up to. He was always on the news and in the paper, helping out countries like Niger and Nigeria. I thought of him as one of the faces of Africa - him and Nelson Mandela. As a kid I wasn't really aware of any of the bad things he was doing. Maybe I was too busy playing sports.

Gaddafi and al-Nassr team Libyan leader Gaddafi watched Alex (right, centre) and his Al-Nasr team

In my first practice with my new team-mates there was a weird atmosphere. I asked the other international player on the team, Moustapha Niang from Senegal, "Why does everybody look so depressed?" And he explained it to me. "We've been losing," he said. "They haven't been getting paid, some of them are getting physically abused. If we don't win our next game, some of these kids are going to get beat."

A lot of the players had scratches and banged-up bruises on their arms. One had a black eye he was trying to conceal. Gaddafi's security goons would push them up against lockers, things like that - and some of these guys were not big athletes like me and Moustapha. During practice you could see some of them were just scared to make mistakes. But in any sport you're going to make mistakes, you're going to make bad plays. I can't go into a game and trust people who are scared.

The next day, we travelled to a game in Tripoli on a private jet like we were a team playing in the NBA [the National Basketball Association in the US]. That's how it was with Al-Nasr and the Gaddafi family - they got extra funding, extra millions of dollars. But the deal was we were supposed to win - and when we lost, it was a problem.

Col Gaddafi was at that game. Before the start I saw him sitting with his military personnel up in the stands in a white dress uniform. Walking on the court was his son, Saadi Gaddafi, the man in charge of sport in Libya. We spoke and honestly, he seemed like a nice man who just loved sport.

As we were talking, I looked into the stands at his father and we locked eyes. It lasted just a moment, but my team-mates saw it and my fans saw it. We won that game by 10 points and afterwards, in the locker room, Mr Ahmed handed out envelopes, each containing about $1,000 (£600) in dinars. "From our leader," he said.

Alex Owumi in Worcester January 2014

After that game I started to get a lot of special treatment around the country because I had been personally acknowledged by the Gaddafi family. I never had to pay for food at the markets or in restaurants again. Everything from socks to a new TV and laptop - I got it all free or on a sort of open-ended loan. I never had to pay anything, not a dime. And after that game, we just kept winning and winning. I was the point guard - the captain, the conductor of the orchestra. We just kept winning and my team-mates weren't scared any more.

But we noticed that our team coach, Coach Sharif, was often sad during practice. He was Egyptian and was worried about the situation back home - by this time, the revolution there was in full swing. There were rumours that there would be an uprising in Libya, but I never really took them seriously. We're talking about a country where the leader had been in power for 42 years. Who in their right mind would cross that kind of leadership, that kind of army?

Find out more

Alex Owumi spoke to the BBC World Service programme Outlook
Outlook airs Mon-Thurs
Tells personal stories from around the world

Listen to Alex Owumi interview
Subscribe to Outlook podcast


From the roof of my apartment in Benghazi I could see the whole of the city. I liked going up to the roof, especially when I was homesick and missed my family. I could really clear my mind up there.

But on 17 February 2011, at about 09:15 in the morning, I go on to the rooftop and see 200, maybe 300 protesters outside a police station across the street. A military convoy is coming closer and closer. Then, without warning, shots. People running, people falling. Dead bodies all over the ground. I'm praying, praying that this is a dream, that I will wake up sometime soon.

With these bullets flying everywhere, I'm hugging the floor of the rooftop. I am so frightened. So many things are running through my head and I just can't think straight. After 10 minutes or so, the shooting stops and there is only wailing and screaming.

I go back to my apartment and close the door. I call Coach Sharif. It takes a long time before my call is connected, but eventually he picks up. He tells me that he's on his way out of the country, back to Egypt, but that I should stay in my apartment and that somebody will come for me.

I try calling Moustapha but there is no connection. Over and over I punch the numbers on my phone, but the networks are down. The internet is down. I sit huddled against a big metal bookcase, praying.

Every now and then I peek out the window. The crowds of men have dispersed. Instead, I see kids, kids I played soccer with on the street. They have turned into rebels now, with their own shotguns and machetes. Regular life is over - it's every man for himself.

The view from Alex Owumi's apartment in Benghazi The view from Alex Owumi's apartment in Benghazi

I watch as a little girl tries to drag her father back to their house. He's so heavy her mother has to come and help her. I can see the blood leaking from his head. His eyes are just gone, popped out of his head. And they can't move his body. They just sit by the road, wailing.

There is a bang on my door. I open it and two soldiers ask me, "American or Libyan?" I show them my American passport and they let me go back in. I shut the door. About 15 minutes later I hear a commotion in the hallway - yelling and scuffling. When it dies down a little, I open my door to see what's going on and I see a man, my neighbour, lying in the doorway to his apartment. He's covered with blood and isn't moving. For a moment I think he's dead.

The city that loathed Gaddafi
Protestor in Benghazi with Gadaffi cartoon

-Benghazi is Libya's second city, with around 670,000 residents

-King Idris, ousted by Col Gaddafi in 1969, kept his court in Benghazi

-Many Libyan Islamist rebels were drawn from Benghazi and the surrounding area, and most of the 1,270 men killed by security forces at Abu Salim prison in 1996 came from east Libya

-The city felt itself to be economically neglected - in the 1990s, 413 children at a Benghazi hospital were infected by HIV because of appalling sanitary conditions

-The ground of the football team Al-Ahly Benghazi was bulldozed in 2000 following demonstrations against Gaddafi's son Saadi, who ran the Football Federation



I know this man and I like him. He has a daughter, about 16 years of age, and sometimes after practice I sit with her in the hallway and help her practise English.

I hear these noises coming from around the corner of the hallway. Strange noises - crying and heavy breathing. I creep slowly around the corner and see an AK-47 on the ground. I creep further round the corner and see one of the soldiers on the stairwell with his pants down raping that little girl.

There's so much anger in me. I reach for the gun, but then the other soldier steps out of the shadows, and pokes me with his own AK-47. I think he might just pull the trigger and blow me away.

But he doesn't. He just shoos me back to my apartment, jabbing at me with his gun. I'm yelling at him in English, calling him every name under the sun, but I don't have it in me to take him on. There's nothing I can do. He closes the steel door on me and I sink to the ground, weeping, banging my head against the door. I can still hear that poor girl on the stairwell. I can't do anything to help her.

As a Christian, it's hard for me to say this, but there were many times I questioned my faith in God. That first day I just sat on the ground, crying and praying, trying my phone again and again.

There was a group of women next door who had a baby who was crying with hunger. Libyans don't tend to keep much food in the house - they buy fresh groceries every day. So I gave them most of what I had - just a couple of slices of bread and some cheese - thinking that in two or three days this would be over.

But it carried on - the screams, the sirens, the gunshots. Non-stop, 24 hours a day. My apartment was in a war zone. It was all around me, I was just a dot in the middle of the circle of the bull's-eye. I told myself that I would be rescued, that at any moment Navy Seals would come crashing through my steel door. I kept myself ready to go at a moment's notice. I didn't go to bed, but just took short naps throughout the day and night.

Alex Owumi holds a basketball

The police station on the other side of the road was set on fire. The policemen climbed on to the roof, which was the same height as my apartment building. I stared at them across the street and they stared back at me.

I had no power and no water. The food I had left over was gone in a day or two. I rationed the little water I had for four or five days, then it was gone. So I started drinking out of the toilet, using teabags to try to make it more palatable. When I needed to go to the toilet, which wasn't much, I would urinate in the bathtub and defecate into plastic bags, which I tied up and left by the door.

I realised that if I didn't do these things I wouldn't survive. Three or four days after the massacre I had seen from the roof, a building across the street collapsed. The next day, the Libyan Air Force started dropping bombs all over Benghazi as they tried to retake the city.

I thought - I have those couches with gold trim but I can't eat this gold. These flat screens are not going to feed me. Everything in this apartment is worthless. The things that we take for granted as human beings - water, a bit of cheese, a slice of bread - suddenly these things felt like luxuries, luxuries I didn't have. I was getting weaker every day, slowly starving.

When the hunger pains got really bad, I started eating cockroaches and worms that I picked out of the flowerpots on my windowsill. I'd seen Bear Grylls survival shows on TV and seemed to recall that it was better to eat them alive, that they kept their nutrients that way. They were wriggly and salty, but I was so hungry it was like eating a steak.

I started seeing myself, versions of myself at different ages. Three-year-old Alex, eight-year-old Alex, at 12 years, 15 years, 20 years and the current, 26-year-old version. The younger ones were on one side, and the older versions on the other. I was able to touch them and I talked to them every day.

And I noticed that the younger Alexes were different, happier somehow, than the older versions, who seemed to have lost their direction. I asked the younger Alexes: "What happened? How can I get back to that happiness? How can I get my life back on track?" I asked them, "What made me make bad decisions?"

Twelve days after I shut myself away in my apartment, my mobile phone rang. It was Moustapha. "My brother, how you doin'?" he said. I told him I wasn't doing too well. He was stuck in his apartment on the other side of the city, too. And he told me that my girlfriend, Alexis, had called him from the US, frantic with worry about me.

When we spoke again the next day Moustapha told me that our team president, Mr Ahmed, had promised to get us out of the country. We had to make our way to his office - it was only two blocks from my apartment, but I wasn't sure how I would get there. "I will see you or I won't," I told Moustapha. "I will make it or I won't."

I was so weak that it took me about 15 minutes to climb down the seven flights of stairs in my apartment building. Out on the street I saw the empty shell cases that had been fired at the crowd two weeks earlier. I picked one up and thought, "Did this go through a human being?" They weren't like handgun bullets - they were the sort of thing that could take a limb off.

Alex Owumi

Then I saw those same kids I had watched from my window, the ones I had played football with - one had an AK-47 that was almost bigger than him. They recognised me and called out: "Okocha!" They called me that because they thought I looked like Jay-Jay Okocha, the Nigerian footballer. These kids saw my legs start to buckle and they raced to grab my arms. Two of them took my arms and I made them understand where I needed to get to.

They basically had to carry me for about a mile. We went the long way, down backstreets and alleyways. Sometimes they would break into a run, and sometimes one of the kids would shout and we all stopped dead and looked around.

A year of change

17 December 2010 Mohamed Bouazizi, a Tunisian street vendor, sets himself on fire in protest at the police, sparking protests

14 January 2011 Tunisian president Ben Ali steps down

11 February 2011 Egyptian president Hosni Mubarak steps down

17 February 2011 A 'day of rage' across Libya

15 March 2011 The first protests against President Bashar al-Assad in Syria

15 July 2011 The National Transitional Council recognised as the government of Libya

20 October 2011 Col Gaddafi and his son Mutassim are killed

Arab uprisings: 10 key moments
Libya: The fall of Gaddafi


At my team president's office, Moustapha and I hugged, and Mr Ahmed told the two of us, "I could get you out of here, but it's going to be very dangerous." He said it would mean a six-hour drive on a long desert road to the Egyptian border. Just a few days earlier, he had hired a car to take a Cameroonian footballer to the border. But this footballer had panicked at a rebel checkpoint and made a run for it across the desert. He had been gunned down.

Moustapha didn't want to do it but I managed to convince him. And all the time we were talking it over, I was stuffing my face with cakes and drinking bottles of water. It gave me enough energy to get back to my apartment on my own two feet, accompanied by my band of miniature warriors.

I packed a small suitcase and at about 02:00 a car horn beeped outside. It was our car to Egypt - a tiny vehicle with Moustapha - all 6'10" (2.08m) of him - already jammed into the front seat.

Fifteen minutes outside Benghazi we got to our first checkpoint - rebels searching through our stuff, throwing our clothes on the floor, looking for our passports. As black men, we were suspected of being Gaddafi mercenaries trying to escape the country.

At one point the rebels, guns in hand, kicked the legs from under Moustapha. I thought he was going to be gunned right down in front of me. The driver kept telling them, "They're just basketball players, they're just basketball players." But there was so much turmoil, so much death around the city, that people didn't believe anything.

By the grace of God they finally let us go. But there were another seven of those checkpoints, and instead of it being a six or seven-hour journey, it was 12 hours because we had to stop so often. We were searched and kicked to our knees so many times, thrown in the dirt. It was rough - and if I ever see that driver again I will give him all the money in my pocket.

We crossed the Egyptian border and after three days in a refugee camp, I could have begun the journey home to the US. But while I was waiting at the border for the Cairo bus to leave, I got a call from Coach Sharif. He told me: "I want you to come to Alexandria, stay with me and my wife, and get yourself back together, talk to us."

I thought about it and realised that I needed some time - I didn't want my family to see me the way I was. So I said goodbye to Moustapha and took the bus to Alexandria.

When Coach Sharif saw me, he shook his head, saying: "This is not the guy I've come to know. This is not him." I looked different - the pigment on my face was discoloured, I had hair all over my face. My teeth were rotten brown, my eyes were bloodshot red. But it wasn't just that. He basically saw that my soul was gone. And he said, the times I saw you happy were when you played basketball.

So while he and his wife took care of me, he got me involved with an Alexandrian team called El Olympi, coached by one of his former players. And it wasn't about the money any more, I didn't care about that. The big thing was being normal again.

I had a check-up before I started playing and I found that that fortnight without food had killed my body. Being a professional athlete, my body was used to a high-calorie diet. My liver was messed up, my lungs were bad, my blood was not right.

But I played anyway. El Olympi wanted me to help them make the playoffs, but we ended up winning 13 games in a row and taking the championship. It was amazing.

That decision to play the rest of the season in Egypt was a lot for my mum and my girlfriend to take, though.

When I went home and saw my father again I shed tears. He was in a diabetic coma. Had he gone into this coma because I didn't want to come home, his youngest son? I felt very, very guilty.
Continue reading the main story

I was diagnosed with post-traumatic stress disorder. I would shut myself at home for 15 hours with the blinds closed. I didn't shower. My girlfriend, Alexis, would come home and find me like that and it took a toll on our relationship. I got a lot of treatment, a lot of therapy. But I was raised in the Catholic church, and I found going back to church was a way back to my regular self.

As for my old team-mates in Benghazi, there was nowhere for them to go, no way for them to escape. A lot of them had to fight in the war. I am still in touch with one of them and with Moustapha, who I speak to about once a fortnight. I saw him last summer and gave him the biggest hug in the world. We're partners for life.

I have tried very hard to get in touch with that girl who lived across the hallway from me in Benghazi. I've found nothing, just nothing.

I was trying to forget about everything that had happened to me. But my family convinced me that I needed to get my story out there, so I wrote a memoir, Qaddafi's Point Guard. Doing that was hard - there were a lot of tears.

I don't regret going to Libya. In life, just like in basketball, you're going to make mistakes, you're going to make bad plays. But God has a plan for everybody - you could go left, you could go right, you're going to end up on his path at the end of the day.

My girlfriend and I are still together, and after a break from the game, I am playing again, this time in England, for the Worcester Wolves. My team-mates don't really know how to deal with me. I still get depressed just like that. In a minute, I go from happy to sad. I am liable to snap at people. They just leave me alone and I'm grateful for their understanding.

When I close my eyes I relive moments from 2011. I see faces, I see spirits. So staying awake is my best bet. I only sleep for four hours and by 08:00 I'm excited to go to practice. Basketball is an escape for me. The only time I get to be calm is in those 40 minutes of a game.

I do get really bad anxiety attacks before games, though. My hands get sweaty and start to shake. I can't breathe, I can't function. Sometimes I can't leave the locker room. People look at me and say, "Woah, this dude is so crazy." But that's normal for me now. That's normal life.

Alex Owumi in Worcester January 2014

Matthew Bigwood photographed Alex Owumi in Worcester, January 2014.
Website production by William Kremer and Catherine Wynne


Alex Owumi schreef zijn verhaal ook op in het boek: 'Gaddafi's Point Guard'

Met dank aan www.NRC.nl/longreads

Vliegen naar/van/in Europa

Een visualisatie van het Europese luchtruim over 24 uur. Gemaakt door Britten, dus vanuit dat perspectief.

Europe 24 from NATS on Vimeo.

This data visualization of Air Traffic in Europe was created from real flight data. It shows the air traffic which flies on a typical summer day and highlights the intensity of the operation in Europe - an operation which runs 24x7x365.

NATS and the UK are at the heart of the operation. With Heathrow as the busiest international airport in Europe, and Gatwick as the busiest single runway airport in the world, we play a key role in ensuring air traffic under our control in European airspace is as safe and efficient as it can be.

Find out more at nats.aero and nats.aero/blog

zaterdag 8 maart 2014

CARTOON FOKKE & SUKKE / FAILLISSEMENT POLARE: Precies Vier Jaar Geleden - Fokke&Sukke zijn dankbaar...


Van NRC.nl op 8 maart  2014, meer NRC FoSu   ---  Hier  ---
en nog veel meer Fokke & Sukke   ---  Hier  ---

woensdag 5 maart 2014

De Gemeenteraadsverkiezingen 2014; de Ontwikkeling van de SP als lokale Partij; 'Slakkengang naar de macht'


SP 2014 'Slakkengang naar de macht'

De SP wil lokaal bewijzen dat de partij kan besturen. De SP-top is streng: de partij doet mee in maar 118 gemeenten. En wie niet genoeg actie voert, valt af.

NRC.nl
- Door onze redacteur Thijs Niemantsverdriet | pagina 22 - 23
Nog steeds kan Gerrie Elfrink er met veel goesting over vertellen: de beteuterde gezichten van de lokale PvdA’ers toen hij het nieuws kwam brengen. „De één zakte weg in zijn stoel, de ander werd juist heel erg pissig.” Vier jaar geleden zorgde Elfrink, SP-leider in Arnhem, voor een kleine sensatie op het stadhuis. Hij vormde een college met VVD, GroenLinks en D66. De PvdA, die een halve eeuw de lakens had uitgedeeld in de stad, verdween in de oppositie. „Ze hadden geprobeerd de onderhandelingen naar hun hand te zetten met een aandoenlijk soort amateurmachiavellisme. De VVD en wij wilden daar niet aan meewerken.”
Vandaag houdt SP zijn congres voor de gemeenteraadsverkiezingen. In slechts 17 van de 109 plaatsen waar de SP vier jaar geleden meedeed, kwam de partij in het college. In vijf steden – waaronder Boxmeer, de woonplaats van partijleider Emile Roemer – stapten de SP-wethouders tussentijds op vanwege een bestuurscrisis of een implosie van de lokale afdeling.
Waar de SP wél volhield, valt een aantal zaken op. De partij werkt vaak samen met de VVD – op landelijk niveau de grote ideologische tegenstander. Meestal komt dat omdat de SP de PvdA uit het college heeft gewipt, zoals in Arnhem. Bijna overal hebben de SP-wethouders ‘softe’ portefeuilles als welzijn, jeugdbeleid en sociale zaken. En ze willen stuk voor stuk laten zien dat ze niet louter een partij van neezeggers zijn. „Het beeld van: SP’ers staan alleen maar langs de kant, dat willen we ontzettend graag ontkrachten”, zegt partijsecretaris Hans van Heijningen.
Armoedelijstjes
In Arnhem is dat aardig gelukt, vindt Gerrie Elfrink. „We zijn erin geslaagd de stad zijn sociale gezicht te laten behouden. De afgelopen vier jaar is Arnhem op de landelijke armoedelijstjes gedaald.” Een ander punt waar hij als wethouder volkshuisvesting en vastgoed trots op is: de Rijnboog. Het vorige stadsbestuur wilde in het gebied tussen het station en de rivier een „megalomane” plezierhaven aanleggen met appartementen, kantoren en winkels. Elfrink zette daar een streep door en ontwikkelde een kleinschaliger plan dat minder geld kost. „Als het oorspronkelijke ontwerp was doorgegaan, hadden we nu tot onze nek in de vastgoedschulden gezeten.”
Maar Elfrink moest ook zijn verlies nemen op een aantal dossiers. Besturen betekent compromissen sluiten – iets wat de SP-fractie in de Tweede Kamer heel moeilijk vindt.. Zo ging de bouw van het geldverslindende, futuristische nieuwe stationsgebouw gewoon door. De SP-wethouder moest ook accepteren dat de gemeentelijke vuilnismannen bij een nieuwe aanbestedingsronde geen baangarantie kregen – wat tot spanning leidde met de landelijke partijtop. Overigens legt Elfrink de schuld hiervoor bij zijn fractie: „Ze stelden zich te veel als een bestuurspartij op, terwijl ze ook een vertegenwoordigende functie hebben.”
Andere partijen in de gemeenteraad, de PvdA voorop, hebben kritiek op de SP. Ze vinden dat de SP is meegegaan met de liberale koers van de VVD en nauwelijks zichtbaar is geweest op straat. Elfrink weerspreekt dat : „Wethouder zijn is ook een vorm van actievoeren. Ze noemen me nog steeds een straatvechter. Buiten hoef ik geen rood hesje te dragen, want de mensen hier weten dat ik van de SP ben.”
Verbod
Op lokaal niveau is de SP bezig met een ‘lange mars’, zegt de partij graag. Stapje voor stapje wordt het aantal gemeenten uitgebreid waar de SP meedoet aan verkiezingen. Dat gebeurt onder strakke regie: het landelijke bestuur, en niemand anders, beschikt of afdelingen klaar zijn voor deelname. Een tweekoppige visitatiecommissie bezoekt alle gemeenten en velt een oordeel. Onderling gedoe? Niet genoeg op straat geweest? Helaas pindakaas: geen SP in de raad.
Het gevolg is dat de SP dit jaar nog steeds maar op 118 plaatsen meedoet – iets meer dan een kwart van de gemeenten. In 21 plaatsen staat de partij voor het eerst op het stembiljet, waaronder Dordrecht, Meppel en Heerhugowaard. Maar in 13 gemeenten kreeg de lokale afdeling een verbod om zich aan te melden.
Zoals in Terneuzen. Vier jaar geleden kwam SP’er Fons van Limpt daar voor het eerst in de raad, met een tweemansfractie. Hij stak er „een hoop tijd en geld” in. Maar afgelopen najaar kwam het bericht dat hij bij de komende verkiezingen niet mee mocht doen. „We waren te weinig zichtbaar, was de boodschap”, vertelt Van Limpt. „Ze vonden dat we meer hadden moeten doen voor het behoud van de lokale pinautomaat. En krachtiger actie moeten ondernemen tegen giftreinen .”
Na de tijding van het partijbureau zette hij zijn afdrachtregeling stop – SP-vertegenwoordigers schenken verplicht de helft tot driekwart van hun inkomsten aan de partij – en begon voor zichzelf. Op 19 maart is hij lijsttrekker voor de partij Ouderen Politiek Actief in Zeeland (OPAZ). In de SP heeft Van Limpt geen fiducie meer: „De lokale afdelingen dienen alleen als klapvee op partijcongressen.”
Het moet gezegd: deze raadsperiode was er minder gedonder bij lokale SP-afdelingen dan in de vier jaar ervoor. Toen stapte een groot aantal wethouders, raadsleden en lokale bestuurders op na onderlinge twisten of een aanvaring met de landelijke partij. De harde lijn van het partijbestuur lijkt zich uit te betalen – al had de SP de afgelopen vier jaar ook gewoon een stuk minder raadszetels.
Maar de vraag is: begint de ‘lange mars’ niet té lang te duren? In de landelijke politiek laat een echte electorale doorbraak voor de SP al sinds 2006 op zich wachten, ondanks een reeks impopulaire bezuinigingskabinetten. Volgens partijsecretaris Hans van Heijningen zijn de raadsverkiezingen „vooral een populariteitsquiz voor landelijke partijen”. Dus zal Emile Roemer op 19 maart moeten bewijzen dat hij de échte oppositieleider is.
Op aantallen raadszetels wil Van Heijningen zich niet vastleggen, maar hij gaat uit van winst. Hoog op het verlanglijstje staat een doorbraak in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, waar de partij het traditioneel aflegt tegen de PvdA. Van Heijningen: „Daar willen we een grote klapper maken”.
In Arnhem is Gerrie Elfrink lijsttrekker. De SP-wethouder verwacht dat zijn partij groter wordt dan de PvdA – wat vier jaar geleden op 63 stemmen na niet lukte. „De PvdA probeert ons nu links in te halen. Een beter bewijs van onze invloed is er niet.”


Een tweede verhaal over de SP, redelijk vergelijkbaar - maar toch wat 'gekleurder' in Trouw:



SP, in de wacht voor de macht
NICOLE BESSELINK − 22/02/14, 00:00
De Socialistische Partij houdt vandaag haar partijcongres. Ze zit twintig jaar in de Tweede Kamer, maar al die tijd buiten de macht. Voor de SP ontbreekt kabinetsdeelname nog steeds op het cv. Waarom lukt het in Den Haag niet?
Driftig tikt SP-Kamerlid Jasper van Dijk (42) met een pen op zijn prikbord vol witte A4'tjes. Allemaal moties van zijn hand die het hebben gehaald. Eentje die de medezeggenschap op scholen moet vergroten. Een ander die vastlegt dat de JSF geen kernwapens mag dragen. Weer een ander die het kabinet opdraagt belastingontwijking te onderzoeken. "Kijk", zegt Van Dijk, die na al dat enthousiaste getik zijn pen van de grond moet rapen, "voor al die punten heb ik mijn ziel niet hoeven verkopen. Daarvoor hoef ik niet in een gedoogcoalitie te zitten."

Ook andere SP'ers geven zonder moeite aan waar zij vanuit de oppositiebankjes van de Tweede Kamer hun voldoening uithalen - een plek waar de SP dit jaar twintig jaar zit. Neem de aandacht voor de gezondheidszorg, de versterkte positie van werknemers en het veranderende politieke discours over Europa, zegt Harry van Bommel (51). En zie hoe het kabinet nu werk maakt van het SP-plan om financieel wanbeleid strafbaar te stellen, zegt Jan de Wit (68) trots, die net als Van Bommel al bijna zestien jaar Kamerlid is.

Ze zijn tevreden over wat ze bereiken als grootste oppositiepartij, maar toch is de koers van de socialisten gericht op iets anders: kabinetsdeelname. "Dat staat bovenaan ons verlanglijstje", zegt Van Dijk. "Elke serieuze politieke partij moet regeringsdeelname nastreven. We zitten niet twintig jaar in de Kamer om alleen maar van de zijlijn te roepen dat iets niet deugt en het anders moet." Dat beaamt De Wit. "Regeringsdeelname is heel belangrijk. In een kabinet kun je wat veranderen." Van daaruit kun je makkelijker zaken regelen, zegt Kamerlid Sharon Gesthuizen (38). "Iedere dag denk ik: hè, zaten we maar in de regering."

Oud zeer
Twee keer kon de partij flink ruiken aan de macht. De eerste keer was in 2006, toen de partij van 9 naar 25 zetels schoot en na CDA en PvdA de grootste werd. Een coalitie met de SP erbij leek reëel, maar het liep anders. Voor de camera's dronken toenmalig partijleider Jan Marijnissen, Wouter Bos (PvdA) en Femke Halsema (GroenLinks) nog een kop koffie. Daarna koos Bos voor een kabinet met CDA en ChristenUnie. Oud zeer dat menig SP'er nog steeds oprakelt, met als uitleg dat de PvdA geen partij links van haar wil uit angst dat het eigen profiel verbleekt.

Een tweede serieuze kans leek zich twee jaar geleden voor te doen. Het eerste kabinet-Rutte met gedoogsteun van de PVV was na ruzie in het Catshuis in het voorjaar gevallen en sindsdien voerde de SP maandenlang de peilingen aan. Met virtuele zetelaantallen tot ver in de dertig konden de speculaties over 'premier Roemer' beginnen. Kamerlid Van Dijk werd in de wandelgangen al met een knipoog als minister Van Dijk aangesproken.

Maar met de finish in zicht ging het mis. De nieuwe PvdA-leider Diederik Samsom wist na een make-over te overtuigen en VVD-leider Mark Rutte debatteerde feller dan Roemer zich verweren kon. In de peilingen gleed de SP een steile helling af, om in september net als bij de vorige verkiezingen 15 Kamerzetels te halen. Met de VVD en PvdA als winnaars ging de deur naar de onderhandelingstafel snel dicht.

"Zag je die valpartij?", vraagt Gesthuizen ineens terwijl ze over die tijd vertelt. Op tv gaan een Amerikaanse en Koreaanse shorttracker onderuit op het ijs. Ze beuken in Sotsji hard tegen de boarding. "Zo voelden de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen voor ons. We gingen voor een plek op het podium, maar we belandden net niet bij de beste drie. Iedereen was heel teleurgesteld en terneergeslagen. Ik moest tot het kerstreces bijkomen." De uitslag was slikken, zegt Van Dijk. "We liepen in aanloop naar de verkiezingen met ons hoofd in de wolken. Als in: kassa! Dat viel tegen."

De domper was groot, want de socialisten dachten nu eindelijk helemaal klaar te zijn voor een plek in het kabinet. Ze hadden zich sinds de jaren zeventig ontwikkeld van een stel losse actievoerders die zich lokaal inzetten voor bibliotheken, havenarbeiders, stoplichten en mijnwerkers tot een landelijke partij, vanaf 1994 vertegenwoordigd in het parlement. Aanvankelijk om daar vanuit de oppositie een geluid tegen het door hen zo verfoeide neoliberalisme te laten horen, gaandeweg met de ambitie om vanuit de coalitie de eigen idealen te verwezenlijken.

"Ik denk dat we een dermate sterke jeugd hebben gehad dat we er klaar voor zijn", zei partijvoorzitter Jan Marijnissen in aanloop naar de verkiezingen van 2012 in het partijblad. Na gekleuter en gepuber was de SP in zijn ogen een adolescente partij die door regeringsdeelname de sprong naar volwassenheid zou kunnen maken. In 2006, toen de SP 25 Kamerzetels behaalde, zou de stap naar het kabinet voor velen nog een verrassing zijn geweest. In 2012 lag het 'voor de hand', aldus Marijnissen.

Drempelvrees
Toch is het landelijk nog steeds niet gelukt, terwijl de SP in gemeenten en provincies al jaren met succes mee bestuurt. Hoe kan dat? "Er moet een getalsmatige noodzaak bestaan om de SP mee te laten doen", zegt Johan van den Hout (48), sinds 2011 gedeputeerde in Noord-Brabant en daarvoor wethouder in Tilburg. "We moeten nodig zijn. Dat gebeurt in Brabant lokaal en provinciaal vaker, omdat de SP hier goed scoort." Wethouder Jannie Visscher beaamt dat. Toen de SP in 2006 in Groningen de tweede partij werd, kregen de socialisten al snel een uitnodiging van de PvdA om - met succes - te praten over een plek in het college.

Ook speelt mee dat gemeenten en provincies andere thema's behandelen dan de landelijke politiek, stelt Van den Hout, en dat schept meer mogelijkheden. "Hier hebben we het niet over inkomensverdeling, defensie en buitenlandse zaken. Daar profileren partijen in Den Haag zich scherper op. Daarom ga je landelijk nooit meemaken dat CDA en VVD samen met de SP besturen. Maar dat gebeurt in Brabant nu wel. Op ruimtelijke items, zoals landbouw, vinden we elkaar."

Eenmaal in het zadel blijken politieke partijen en ondernemers bij te draaien, is Van den Houts ervaring. Vooroordelen dat de SP tegen alles is wat met economie te maken heeft of niet met geld kan omgaan, verdwijnen gaandeweg. Na een jaar hoorde de gedeputeerde vaak teksten als: 'Het valt allemaal wel mee met die partij. Ze zijn niet zo eng als ze er van de buitenkant uitzien.' "Partijen moeten kennelijk een drempel over om met een nieuwe partij te regeren."

Haagse mores
Die drempel probeert de SP in Den Haag wel te verlagen. Zo laat de SP sinds een jaar of tien haar tegenbegrotingen doorrekenen door het Centraal Planbureau, want ze wil niet meer de tegenpartij zijn, maar de partij van het solidaire alternatief. Ook schuift de SP ondanks de mist die er omheen hangt sinds 2009 aan bij de 'commissie-stiekem', waarin fractievoorzitters vertrouwelijk worden geïnformeerd over het werk van de inlichtingendiensten. En krijgen Kamerleden tijd om als commissievoorzitter op te treden of een parlementaire enquête te leiden, zoals Jan de Wit deed in 2010 bij het onderzoek naar het bankenbeleid na de kredietcrisis. "De SP is wat salonfähiger geworden", vat Van den Hout het samen.

Waarom het dan toch nog niet lukt? Binnen de partij wordt op de ongrijpbare gunfactor gewezen, de terughoudendheid van de PvdA om met hen samen te werken en het radicale imago dat de partij voor een groep nog altijd heeft. Van buiten komt ook de kritiek dat de socialisten met hun soms eigenwijze bokkesprongen afstand bewaren tot de bestaande bestuurspartijen. Dat het om voormalige communisten gaat, helpt daarbij ook niet echt. De SP blijft de SP, een partij met klare taal, actievoerend binnen en buiten het parlement en soms wars van de Haagse mores.

Zo steunde de partij tijdens de laatste Algemene Beschouwingen nog vóór het debat goed en wel was begonnen een motie van wantrouwen van de PVV tegen het kabinet. Chiquer is het om eerst argumenten uit te wisselen. Vervolgens schoof de partij in het najaar niet eens aan bij de begrotingsonderhandelingen tussen coalitie en oppositie, want zij wil niet 'medeplichtig' gemaakt worden aan beleid waar ze domweg niet achter staat. Behalve de PVV gingen alle andere partijen wel praten.

"De SP moet de verkiezingen winnen", luidt de algemene boodschap van gedeputeerde Van den Hout. Dan kan niemand meer om de partij heen. Is de koudwatervrees bij andere partijen overwonnen, dan zullen ze zien dat de SP meevalt. "Onze handtekening is wel echt iets waard. We zijn in Brabant de kleinste fractie en hebben heus moeten inleveren. We hebben ingestemd met de aanleg van nieuwe wegen, terwijl we daar jaren oppositie tegen hebben gevoerd." En samenwerken met ons gaat ook echt prima, benadrukt de Groningse wethouder Visscher, inmiddels bijna klaar haar tweede termijn in een college met PvdA, D66, CDA en VVD. "Zo lang we maar samenwerken op basis van een programma dat bijdraagt aan de solidariteit in de samenleving."

'Iedere dag denk ik: hè, zaten we maar in de regering'

In 2012 werd in Den Haag nog gespeculeerd over 'premier Roemer', maar de SP-fractievoorzitter staat nog altijd buiten spel.

SP: Van Mao naar Roemer

Op een zondag in 1972 wordt de Socialistiese Partij opgericht. Ontstaan uit allerlei communistische, marxistisch-lenistische en maoïstische groeperingen is de partij de eerste jaren vooral lokaal bezig met acties voor havenarbeiders, mijnwerkers, gezondheidszorg en milieu. De partij distantieert zich van het maoïsme als de gruwelverhalen uit China tot haar doordringen en kiest voor een eigen vorm van socialisme. In 1974 komt de SP met een paar zetels in de gemeenteraad van Nijmegen en Oss. In 1977 doet de SP voor het eerst mee aan Tweede Kamerverkiezingen. Pas in 1994, met de slogan 'Stem tegen, stem SP', lukt het om twee zetels in de Kamer te veroveren. Jan Marijnissen en Remi Poppe worden de eerste SP-Kamerleden. Een jaar later volgen plekken in de provincie en senaat. Bij de daaropvolgende Tweede Kamerverkiezingen groeit de SP naar 5 (1998), 9 (in 2002 en 2003), 25 (in 2006) en terug naar 15 (in 2010 en 2012). In 2008 vertrekt partijleider Jan Marijnissen, die nog wel partijvoorzitter is. Agnes Kant volgt hem op. Na de tegenvallende uitslagen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 neemt de Brabantse oud-onderwijzer Emile Roemer het stokje over.


Een beetje eufemistisch vind ik toch wel "Rutte debatteerde feller dan Roemer aankon"; dat is ' Trouw's ' voor "Rutte loog alsof het gedrukt stond, en Roemer had was daar niet op voorbereid."

maandag 3 maart 2014

The 'Bernie & Ernie Show' (ESPN 30-for-30) Bernard King & Ernie Grunfeld

Wat een prachtige verhalen worden er toch verteld in de 'ESPN 30-for-30'-serie. Bernard King speelde in mijn 'early basketball years', wat gelijk betekent dat er voor mensen van mijn leeftijd en ouder nauwelijks (bewegend) beeld materiaal bestond van spelers als Bernard King. Wij moesten het grotendeels doel met de spaarzame verhalen van Amerikaanse collega spelers, schrijvers als Mart Smeets e.a., en af een toe een stukkie uit een Amerikaanse krant. Zulke spelers zijn voor ons dus 'Legendes', dan is het erg mooi om dit soort films voorgeschoteld te krijgen.

Maar zoals het een echte 'ESPN 30-for-30' betaamt, is het verhaal achter de legendarische speler, het verhaal over de man Bernard King veel belangrijker en indrukwekkender dan dat van de absolute Topspeler die hij ook was; dan gaat het over een Inner-City-Kid die in het racistische Zuiden terecht komt, die het moeilijk had en afschuwelijk behandeld werd door sommigen, die... Ach kijk zelf, en geniet en huiver..!